GEEN TOETERS EN BELLEN

Twintig jaar StroatklinkerS op de plaat

Het eind 2012 uitgebrachte album Vrizze Wind markeert (op een paar maanden na) het twintigjarige platenjubileum van de StroatklinkerS, met hun unieke combinatie van eigenzinnige bluegrass, folk en Groningse teksten. Geheel in de geest van het gezelschap wordt de mijlpaal geruisloos gepasseerd. Zanger en woordvoerder Bob Heidema: “we bestaan officieel sinds 1991, misschien dat we in 2016 eens wat extra’s doen”. Het is Heidema ten voeten uit. Spelen, en verder zo min mogelijk kouwe drukte. Wie kwaad wil (maar waarom zou je?), kan in de dubbele hoofdletter van de groepsnaam een buitenmuzikaal showelement zien. Dat enige stukje franje in de presentatie is overigens niet afgekeken van een beroemd voorbeeld: de StroatklinkerS hadden hun eerste lustrum al achter de rug toen de Amsterdam ArenA amper aan de eerste onbespeelbare mat toe was.

Spontaan

De samenvoeging van muziekrichtingen en streektaal diende zich eigenlijk vanzelf aan. Bob en Harry Jansen speelden rond 1990 tegelijkertijd met snarenvirtuoos Adrian Farmer in de bluegrassformatie Grass Grow, en met accordeonist Henk Bloupot en broer Frank Heidema in de folkband t Snoarenspul. Voor Grass Grow schreef Bob twee nummers in het Grunnegs. De groep won er de eerste prijs mee op het Noord-Nederlandse Liedjesfestival. “Ik dacht, da’s apart, bluegrass in dialect.”

Met bovengenoemde vier vormde Bob later de StroatklinkerS, die het genre – door de ondervraagde aangeduid als folkgrass – uitbouwden tot een eigen traditie. De naam van het kwintet komt voort uit Bobs ervaringen met Grass Grow. “We speelden heel veel gewoon op de hoek van de straat, dat was erg leuk om te doen. Toen bedacht ik al dat ik een volgende band in de lijn van die liedjes voor het Noord-Nederlands Festival StroatklinkerS zou noemen. Staat op en klinkt over de straten.” Hoewel de straat al heel lang plaats heeft gemaakt voor theaters, is de toegankelijkheid van het repertoire een handelsmerk van de groep gebleven. Heidema is er de figuur niet naar om de onopgesmukte teksten van de band als een vorm van miskende kunst te verkopen. Eenvoud ligt de StroatklinkerS het beste, meer zit er niet achter. “Heel af en toe komt er iets kunstzinnigs voorbij, maar we schrijven makkelijker over alledaagse gebeurtenissen – wat je ziet, wat je hoort, wat je zelf meemaakt”. Het werk in de studio typeert Heidema evenmin als een gewichtig scheppingsproces. “Als ik de liedjes schrijf, leg ik vaak uit wat de bedoeling is, en de rest gaat dan spontaan”.

Thuisbasis

Heidema kan en wil er niet omheen dat Groningen ook qua live-werk de onmisbare thuisbasis van de band vormt. Hij bestrijdt wel dat de StroatklinkerS de schrik om het hart slaat bij de gedachte aan alles wat onder Zuidlaren ligt. “We spelen af en toe zelfs echt in den vreemde, in 2013 onder andere in Duitsland en Zwitserland. En hoewel we gelukkig allemaal een vaste baan hebben, zouden we toch best in andere provincies willen optreden. Alleen heb ik zelf het idee dat het Groninger dialect daar toch wat moeilijker te begrijpen is – maar dat geldt uiteraard nog veel sterker voor een Zwitsers publiek.”

De verwevenheid met de eigen regio brengt ook belangrijke voordelen met zich mee. Zo hebben onder meer Reinout Douma, Wia Buze en Geert Oude Weernink – respectievelijk een klassiek geschoolde duizendpoot, de vedette van het Groningse levenslied, en een bijzonder muzikale programmamaker bij RTV Noord  – hun medewerking verleend aan het plaatwerk van de StroatklinkerS. “Dat zijn in de loop der jaren allemaal heel goede vrienden geworden, net als Joost van Es, die ik uit de bluegrasswereld ken. Met Wia en Joost hebben we bovendien vaak samen op het podium gestaan.”

Tekenend voor de status van de band binnen de ommelandsgrenzen is het warme onthaal van de plaat Knap Stoaltje uit 2001, geheel gewijd aan het werk van de jonggestorven Ede Staal, Groningens bekendste troubadour. “De muziek van Ede is hier een beetje heilig verklaard”, zegt Heidema. “Hij geldt als onze echte grootheid, misschien moet je zelfs spreken van afgod”. Het tribuut van de StroatklinkerS werd – mede door de openlijke steun van Staals weduwe – echter allerminst ervaren als vloeken in het Groningse pantheon.

Promotie

Waar veel groepen vinden dat ze te weinig media-aandacht krijgen, is Heidema juist bijzonder te spreken over de steun van de pers. “Op RTV Noord worden we dagelijks gedraaid, maar ook door andere – regionale en landelijke omroepen. Verder staat er regelmatig iets over ons in het Nieuwsblad van het Noorden, en ook het Fries Dagblad vergeet ons niet.”

Wat Vrizze Wind betreft, is de extra aandacht in grote mate te danken aan de mix van de gerenommeerde geluidstechnicus Michiel Hoogenboezem. “Hij is een vakman van de bovenste plank, en daar hangt natuurlijk een prijskaartje aan. Maar Pieter Groenveld, eigenaar en producer van platenmaatschappij SCR, was zeer onder de indruk van het werk van Michiel, en hij heeft diep in de buidel getast.” In Heidema’s optiek zitten de Stroatklinkers dan ook niet voor niets al twee decennia op hetzelfde label. “De samenwerking met Pieter is van de eerste tot en met de nieuwste cd altijd prima verlopen. Pieter staat altijd open voor onze ideeën. Ook bij Vrizze Wind, waarop Michiel uiteindelijk de definitieve mix voor heeft verzorgd.”

Plannen

Voorlopig zijn de StroatklinkerS niet van plan om er een punt achter te zetten. Op dit moment zijn er geen plannen voor een reünie – lees: een tijdelijke hereniging met banjoïste Johanna Hamstra, die Adrian acht jaar uitstekend vervangen heeft, en te horen is op drie platen – , maar Heidema sluit niet uit dat er iets dergelijks voor het 25-jarig bestaan wordt georganiseerd. Intussen gaan de StroatklinkerS even degelijk als bescheiden verder. “Zo af en toe met een nieuw album komen, geeft natuurlijk extra inspiratie. We hopen dat we nog een aantal jaren samen kunnen spelen. Binnenkort willen we voor het eerst een Engelstalige cd opnemen, met traditionele bluegrass. We hebben lol in het muziek maken, dan houd je het wel vol.”

11. Op Vrizze Wind pakken jullie dan ook nog eens uit met een van Nederlands hoogst aangeschreven geluidstechnici, de virtuoze mixer Michiel Hoogenboezem. Wat is het verhaal achter Michiels bemoeienis met jullie nieuwste plaat? En – zeer Hollandse vraag – hoe kunnen jullie iemand van zijn kaliber betalen?

12. Je bent zeker bekend met de enige breed gedragen klacht over de Stroatklinkers. Liefhebbers uit de Randstad roepen al sinds jaar en dag dat jullie vrijwel nooit de Groningse grens overkomen. Aan de streektaal kan het niet liggen, Rowwen Hèze speelt immers wel door heel Nederland, en Normaal heeft (had?) daar ook geen moeite mee. Wordt het geen tijd voor een “interprovinciale” tour? Of is dat niet te doen in verband met de gewone dagtaken van de groepsleden?

13. Sinds het debuut hebben de Stroatklinkers maar één platenmaatschappij gekend, Strictly Country Records – een wat misleidende naam, gezien de even eigenzinnige als veelzijdige catalogus van die onderneming. Wat maakt dat jullie je daar zo thuis voelen?

14. Zijn er in de loop van 2013 nog speciale festiviteiten te verwachten in verband met het twintigjarig platenjubileum? Bijvoorbeeld een reünie met Johanna weer eens op de planken?

15. Hebben jullie enig idee over de toekomst van de band? De Stroatklinkers zijn dit jaar tweeëntwintig jaar samen, maar ik krijg de indruk dat jullie nog lang niet aan stoppen denken.